TERUG


Vincent van Gogh

 

Tekst: CHRISTINE BUYLE
Afbeeldingen: Van Gogh Museum

In: Top magazine , 9 september 1994 (pagina 22-24)

 

Nu is hij de duurste. Toen was hij de armste. Zijn schilderijen raakte hij aan de straatstenen niet kwijt. Vincent Van Gogh, de kunstenaar met het halve oor.

Vincent

Iedere zondag ging een klein, ros jongetje naar de kerk waar zijn vader dominee was. Elke keer moest hij voorbij het graf van zijn broertje. Het kind in het graf heette Vincent van Gogh. De jongen voor het graf ook. Allebei waren ze op 30 maart geboren. De dode Vincent in 1852, de levende in 1853. Soms had levende Vincent het akelige gevoel dat hij voor zijn eigen grafzerk stond. Vincent maakte niet vlug vrienden. Als het hem al eens lukte, had hij al snel weer ruzie. Ook in de liefde kende hij weinig succes. Hij zou nooit trouwen of een gezin stichten. Toch hield Vincent zielsveel van mensen. Hij wilde zoveel goeds doen. Maar hij legde het zo onhandig aan boord, dat hij iedereen afschrikte. Hij zag er trouwens ook angstaanjagend uit, met zijn ros haar en zijn vlammend rode baard. Bovendien keken zijn doordringend blauwe ogen altijd boos, omdat hij de gewoonte had zijn wenkbrauwen te fronsen. Toch betekende die frons niet dat hij kwaad was. Je zag er alleen aan dat hij veel en diep nadacht. Tot overmaat van ramp had Vincent ook een moeilijk karakter. Hij was erg gesloten. Het leek alsof hij alleen zijn mond opendeed bij één van zijn onverwachte driftbuien.

Vincent was eenzaam. Hij leed, omdat de mensen zijn goede bedoelingen niet begrepen. Gelukkig was Theo er, zijn vier jaar jongere broer. Die liet hem nooit in de steek, steunde hem en betaalde zijn rekeningen. Want geld verdienen, dat kon Vincent ook al niet.

Verloren: werk

Toen Vincent zestien was, hielp zijn oom hem aan een baantje in de kunsthandel. Aanvankelijk voerde Vincent zijn werk nauwgezet uit, maar later begon hij na te denken over de zin van het leven. Hij kreeg een religieuze roeping en wilde priester worden. Hij raakte zijn werk kwijt en bereidde zich voor op de studies in het seminarie. Maar na een jaar Latijn en Grieks gaf hij er de brui aan. Het duurde hem allemaal te lang. “Wat heb je aan die oude talen, als je mensen wilt helpen?” vroeg hij zich af. Korte tijd later vertrok hij als lekenprediker naar de Borinage, een steenkoolgebied in de Belgische provincie Henegouwen. Hij wilde er het evangelie verkondigen aan arme mijnwerkersgezinnen. Maar hij deed al te letterlijk wat in de bijbel staat. Hij gaf zijn spullen weg, at alleen nog maar droog brood en sliep in een hut op de grond. Dat hield geen mens uit, natuurlijk.

Vincent werd zevenentwintig en vond eindelijk zijn weg. Hij wilde kunstenaar worden. Theo moedigde hem aan en stopte hem nu en dan wat geld toe. Vincent begon als bezeten te tekenen en te schilderen. In amper tien jaar tijd ontstonden zeventienhonderd kunstwerken.

Verloren: kleuren

Vincents eerste werken stelden arme boeren en arbeiders voor. Hij wilde hun ellende benadrukken en gebruikte alleen sombere kleuren. Hoofden en lichamen vervormde hij, zodat de mensen er op doek lelijker uitzagen dan ze waren. Dat deed hij met opzet. Het had geen zin om lieftallige boerendochters en stoere knechten te schilderen, want dan bekeek je de grauwe werkelijkheid door een roze bril, vond hij. Het beroemdste schilderij uit die periode is De aardappeleters (1885).

In 1886 verhuisde Vincent naar Parijs. De Franse hoofdstad was rond de eeuwwisseling een trekpleister voor kunstenaars. Vincent maakte er kennis met het impressionisme. Voortaan schilderde hij alleen nog met felle kleuren die hij in vegen op het doek smeerde. Hij ging zozeer op in zijn nieuwe stijl, dat hij twee jaar later afzakte naar Arles. In deze Zuid-Franse stad scheen de zon intenser en waren de kleuren helderder.

Verloren: oorlel

van Gogh

In Arles voelde Vincent zich gelukkig. Hij maakte grootse plannen. Hij droomde ervan om een groep vooruitstrevende kunstenaars om zich heen te verzamelen. De eerste die hij bij zich wilde, was Paul Gauguin. Terwijl Vincent een huis met gele muren inrichtte, probeerde Theo Paul te overtuigen om naar Arles te vertrekken. Vincent kocht comfortabele meubels voor zijn gast en nam zelf genoegen met goedkope spullen. Hij maakte schilderijen met gele zonnebloemen om het huis te versieren. Toen Gauguin eindelijk aankwam, kon Vincent zijn geluk niet op. Maar het boterde niet goed tussen de twee. Een paar maande later wilde Paul al weer weg. Vincent kreeg een inzinking. In de nacht van 23 december 1888 nam hij een scheermes en sneed zichzelf het rechteroorlelletje af. Hij wikkelde het in krantenpapier en bracht het als geschenk naar een prostituee die hij en Gauguin vaak bezochten.

Verloren: leven

Na dat voorval ging het bergaf met Vincent. Met Pauls vertrek was zijn droom in rook opgegaan. Bovendien trouwde Theo. Vincent was bang dat zijn schoonzus de geldkraan zoudichtdraaien. Tot overmaat van ramp tekenden de burgers van Arles een petitie om hem in een ziekenhuis te laten opnemen. Vincent voelde zich in de steek gelaten. Hij leed aan slapeloosheid en aan hallucinaties. In 1889 hakte hij de knoop door. Hij trok vrijwillig naar het krankzinnigengesticht in Saint-Rémy. Soms ging het wekenlang slecht met hem. Maar als hij zich beter voelde, schilderde hij het ene doek na het andere.

Theo kreeg een dokter in Auvers zover dat hij zich over zijn broer wilde ontfermen. Vincent was blij dat hij uit Saint-Rémy weg kon. Een tijdje ging alles goed in Auvers. De dokter schilderde zelf ook en had een grote bewondering voor zijn roodharige patiënt. Maar de twee kregen (jawel, alweer) ruzie.

Alles ging mis. Theo had problemen thuis en op het werk. Vincent wilde niet langer een blok aan het been zijn. Op 27 juli 1890 schoot hij zichzelf een kogel door de borst. Hij stierf twee dagen later in de armen van zijn broer. Theo was ontroostbaar. Zes maanden later ging ook hij dood. De twee broers liggen nu naast elkaar op het kerkhof van Auvers.


Pauls carrière

Paul Gauguin (1848-1903) was een welstellende zakenman die lessen volgde aan verschillende kunstacademies. Toen hij vijfendertig was, gaf hij zijn baan op. Hij hoopte dat hij als schilder zijn brood ging kunnen verdienen. Maar hij raakte zijn gezin en zijn bezit kwijt. In 1891 vertrok hij teleurgesteld naar Tahiti om er tussen de inboorlingen in de vrije natuur te leven. Hij schilderde er kleurrijke doeken met exotische  meisjes erop.

 

Dure bloemen

Een schilderij van Vincent van Gogh kost een fortuin. In 1987 telde een Japanse verzekeringsmaatschappij 39,9 miljoen dollar neer voor een doek uit de reeks zonnebloemschilderijen. Datzelfde jaar wisselde Het Irisveld in New York van eigenaar voor 53,9 miljoen dollar. Het kunstwerk ontstond in het krankzinnigengesticht van Saint-Rémy. Iemand berekende eens dat dit schilderij bijna 7200 euro per vierkante centimeter kostte.

Als je bedenkt dat Vincent tijdens zijn leven maar één doek verkocht heeft, en dan nog voor vierhonderd frank, moet je heel hard slikken.

 

Impressionihahaha

In 1874 stelde Claude Monet het doek Impression: soleil levant tentoon: een zonsopgang, geschilderd met vlugge penseelstreken en in zuivere kleuren. Monet werkte in de open lucht en probeerde de natuur weer te geven zoals hij die zag. Hij merkte dat vormen en kleuren veranderden onder invloed van licht.

Een criticus bedacht de spotnaam (!) ‘impressionisten’ voor kunstenaars die net als Monet enkel oog hadden voor licht en kleur. Intussen heeft het woord ‘impressionisme’ zijn negatieve betekenis allang verloren. Belangrijke impressionisten zijn Edouard Manet (1832-1883), Claude Monet (1840-1926), Auguste Renoir (1841-1919) en Edgard Degas (1834-1917).