TERUG


Nadar

 

CHRISTINE BUYLE

In: Top magazine , 9 december 1994 (pagina 22-24)

 

Eerst schreef hij, toen tekende hij, en daarna werd hij fotograaf. Dat laatste bleef hij en hij raakte bevriend met heel veel beroemdheden uit de vorige eeuw. Mogen we je voorstellen: Gaspard-Félix, alias Nadar.

nadar

Gaspard-Félix Tournachon groeide op tussen de boeken. Zijn vader was drukker en uitgever, die het moeilijk had om de eindjes aan elkaar knopen. Daarom moest Félix op internaat. Zijn ouders betaalden niet. De jongen studeerde goed en in zijn vrije tijd bedacht hij verhaaltjes. Toen hij zeventien was, stierf zijn vader. Félix moest werken voor de kost. Hij schreef zich in als student geneeskunde, maar hing meer rond op de redacties van kranten en tijdschriften dan op de schoolbanken. Zijn artikels ondertekende hij met ‘Nadar’. 

Félix had het niet breed. Hij leefde van de hand in de tand. Dat gold ook voor zijn vrienden, schrijvers zoals Charles Baudelaire en Théophile Gautier. Onder hun invloed begon ook hij verhalen en romans te schrijven, maar later zou hij ze als minderwaardig spul bestempelen. Toen hij zesentwintig was, begon hij karikaturen te tekenen. Hij had nooit tekenles gevolgd, maar het lukte aardig. Twee jaar later pakte hij uit met een heus stripverhaal, waarin hij de draak stak met de politiek in Frankrijk.

Nadar werd bekend door zijn ‘Panthéon Nadar’, een enorme prent met karikaturen van tweehonderdtachtig beroemde tijdgenoten. De Parijzenaars liepen storm voor deze tekeningen. Voor het eerst kregen ze het gezicht te zien van belangrijke mensen, waarvan ze tot op dat ogenblik alleen de naam kenden. Maar de prent verkocht bijna niet. Ze was te duur. Nadar hield er een financiële kater aan over. Jammer, want het project had hem en zijn medewerkers veel tijd en energie gekost. Het was een hele rompslomp geweest om al die beroemdheden te contacteren en hen te overhalen om voor hem te poseren.

DAN MAAR FOTOGRAFEREN

Adrien Tournachon, Félix' jongere broer, was een echte klaploper. Hij wou schilder worden, maar had geen greintje talent. Félix wou hem aan de bak helpen. Hij gaf hem een atelier en een tweedehandsfototoestel. De fotografie zat in de lift. Er viel veel geld mee te verdienen. Maar het lukte Adrien niet om in zijn eentje de zaak op te starten. Félix stak een handje toe. Maar toen alles goed begon te draaien, gooide zijn broer hem eruit. Adrien noemde zich ‘de jonge Nadar’. Twee Nadars waren natuurlijk van het goede teveel. Félix spande een rechtszaak in tegen zijn broer en won. Voortaan was hij de enige, échte Nadar.

Intussen was hij getrouwd met Ernestine. Hij was vierendertig, zij zeventien. Ze wilden samen een gezin stichten. Nadar besefte dat hij dan een vast inkomen nodig had. Fotografie beviel hem wel. Hij vatte het plan op om de beroemdheden die hij had getekend ook te fotograferen. Zijn foto's werden een enorm succes. Ze zijn nu, meer dan honderd jaar later, nog altijd even boeiend. Nadar probeerde niet alleen het uiterlijk van zijn klanten weer te geven, maar ook hun karakter. Alle beroemdheden passeerden de revue : componisten zoals Verdi, Rossini, Liszt en Offenbach, schilders zoals Millet, Corot en Courbet, schrijvers zoals zijn vrienden Gautier en Baudelaire en zelfs de piepjonge actrice Sarah Bernhardt. Ook Leopold I en Leopold II poseerden voor hem.

In de lucht en onder de grond

nadar

Nadar werd zo beroemd, dat iedereen zich door hem wou laten fotograferen. Ook onbekende burgers. Maar portretfotografie boeide hem maar zolang hij bekende mensen kon vereeuwigen. Kiekje maken van Jan-met-de-pet betekende voor hem geen enkele uitdaging. Hij hield het voor bekeken en verwaarloosde zijn zaak. Mettertijd zou zijn zoon die van hem overnemen. Die zag er geen graten in om ook gewone mensen te fotograferen. Ze brachten immers ook geld in het laatje.

De energieke Nadar had intussen nieuwe passies. Hij vond de luchtfotografie uit. Hij nam foto's vanuit een luchtballon. Nadar was ook de eerste die proeven deed met kunstlicht. In de catacomben van Parijs maakte hij lugubere foto's van eindeloze rijen keurig opeengestapelde beenderen en doodshoofden. Enkele jaren later daalde hij af in de Parijse riolen om ook die te fotograferen.

Nadar begon zich meer en meer te interesseren voor luchtvaart. Hij ontdekte dat de luchtballon ook niet alles was. Het ding was zo licht, dat het niet te besturen viel. Nadar wist al in 1863 dat er een tuig zou komen dat zwaarder was dan lucht en dat met een soort schroef in de lucht zou blijven. Maar hij kon zijn ideeën niet in praktijk brengen. Ze inspireerden wél Jules Verne voor zijn boek ‘De la Terre à la Lune’ (1865). Nadar was al hoogbejaard toen Louis Blériot er in 1909 in slaagde om met een vliegtuig het Kanaal over te vliegen. De oude man was ontroerd. Het jaar daarop overleed hij, twee weken voor zijn negentigste verjaardag.

 

JULES VERNE KENDE NADAR

In de science-fictionverhalen van Jules Verne zit ‘de nieuwe wereld’ zoals Jules die toen zag. Hij baseerde zich op uitvindingen en dromen van vindingrijke tijdgenoten. Want in de negentiende eeuw is er veel gebeurd. Héél veel. Dingen die wij nu heel gewoon vinden, zijn toen ontstaan: de auto (in 1885), de radio (in 1888), de telefoon (in 1876). Kaarsen werden eerst verdrongen door petroleumverlichting, daarna door gaslicht en tenslotte door gloeilampen.

In Vernes boek ‘De la Terre à la Lune’ (1865) voert hij een zekere Michel Ardan ten tonele. Eigenlijk was dat – ongeveer –zijn beroemde vriend: Nadar. De naam ‘Ardan’ is niets anders dan het woord ‘Nadar’, waarvan de letters door elkaar zijn geschud.

 

MET EEN BALLON DE LUCHT IN

Honderddertig jaar geleden steeg in Brussel een reusachtige luchtballon op, de ‘Géant’. Het was zijn derde trip met deze ballon. De eerste liep op een sisser uit, toen het tuig al na honderd kilometer terug aan de grond kwam. Nadar had gehoopt véél verder te geraken. Twee weken later ging de ‘Géant’ terug de lucht in. Ditmaal was ook Nadars vrouw van de partij. Maar de luchtballon kwam in een storm terecht en stortte neer. Nadar en zijn vrouw waren gewond. Maar de eigenzinnige Fransman wist van geen ophouden en steeg opnieuw op, ditmaal in Brussel. Het volk stroomde toe. Zelfs koning Leopold I kwam een kijkje nemen. Na Brussel volgden Lyon en Amsterdam, maar ook die ballonvaarten liepen slecht af. Uiteindelijk moest Nadar de ‘Géant’ van de hand doen omdat de kosten te hoog opliepen.